Op 9 juni ontving de raad een mail van bureau Syb van Breda & Co waarin het volgende wordt gesteld over de fietsbrug van de Westelijke Ontsluiting: “voldoet aan geen enkele van de richtlijnen die het CROW stelt”. Het gaat dan onder andere om hellingspercentages, rustplateaus en de aansluitingen van zijwegen dicht bij of op de helling.
In 2019 zijn hierover naar aanleiding van een vergelijkbare waarschuwing in de Stadsbron door de fractie van Amersfoort2014 vragen gesteld (2019-092). In de antwoorden op die vragen werd aangegeven dat het in het ontwerp van de fietsbrug gebruikte hellingspercentage niet uitzonderlijk is: “4% is een veel gebruikt en geaccepteerd maximaal hellingspercentage voor fietsers in Nederland én in Amersfoort.” Ook wordt bij de beantwoording aangegeven dat de richtlijnen aangeven dat er geen eenduidige situatie is.
Dit wordt echter bestreden door dhr. van Breda. In een reactie schrijft hij: “CROW richtlijn 351 is klip en klaar: bij een te overbruggen hoogteverschil van 7,5 meter is de helling maximaal 2%, bij een te overbruggen hoogteverschil van meer dan 5 meter zijn horizontale uitrustplateaus een must, kruisend verkeer onder aan hellingen moet worden voorkomen.”
Tevens bestrijdt hij dat hellingen van 4% veel gebruikt en geaccepteerd zijn in Nederland: “Dat is alleen waar voor bruggen met een gering hoogteverschil. Dan is inderdaad een steilere helling mogelijk, zie de grafieken van CROW. Het punt is nu juist dat het hier een brug betreft met een groot te overbruggen hoogteverschil (meer dan 7 meter). Van dit soort zijn er in Nederland niet zo heel veel. De laatste jaren zijn er echter enkele gebouwd: de Daphne Schippersbrug in Utrecht, de Liniebrug in Nigtevecht en de plofsluisbrug in Nieuwegein. Bij al deze bruggen zijn de hellingen flauw (3% of minder), zijn er uitrustplateaus halverwege de hellingen en uitrijdvlakken onderaan.
Het antwoord van de gemeente is dus niet juist: er is geen sprake van algemeen geaccepteerde hellingen van 4%. Voor een brug met een te overbruggen hoogte als deze is dat niet acceptabel, is ook al jaren nergens in Nederland meer gebouwd.”
Aangezien vrijwel dezelfde waarschuwing eerder ook al in de stadsbron verschenen is, vinden wij dat dit serieus onderzocht moet worden. Wat Amersfoort2014 betreft moet voorkomen worden dat we straks met een fietsbrug zitten die niet goed en veilig te gebruiken is.
Vragen
- Graag een reactie van het college op bovenstaande constateringen.
- Is de bovenstaande constatering juist dat de fietsbrug van de Westelijke Ontsluiting niet voldoet aan CROW richtlijn 351? Zo ja: op welke manier zal ervoor gezorgd gaan worden dat wel aan deze richtlijn voldaan zal worden? Zo nee: graag een toelichting waarom de constatering onjuist is.
- Is de CROW 351 opgenomen als eis in het Programma van Eisen waar de aannemers hun ontwerp op moeten baseren? Zo ja: is het de verwachting van het college dat het ontwerp van de fietsbrug aangepast zal moeten worden? Zo nee: waarom niet en welke eisen zijn er wel opgenomen in de contractdocumenten om een prettig en veilig gebruik door zowel fietsers als voetgangers (incl. mindervaliden) te garanderen?
- Heeft de gemeente, naast de opmerkingen zoals eerder verwoord in de Stadsbron en de waarschuwing zoals verwoord door dhr. Van Breda, nog meer opmerkingen gehad van vergelijkbare strekking? Bijvoorbeeld van organisaties als de fietsersbond, of tijdens het aanbestedingsproces? Zo ja: wat hielden deze opmerkingen in en is het college bereid deze opmerkingen te delen met de raad?
