• amersfoort-010.png
  • amersfoort-002.png
  • amersfoort-014.png
  • amersfoort-004.png
  • amersfoort-013.png
  • amersfoort-007.png
  • amersfoort-001.png
  • amersfoort-009.png
  • amersfoort-012.png
  • amersfoort-011.png
  • amersfoort-003.png
  • amersfoort-006.png
  • amersfoort-008.png
  • amersfoort-005.png
Welkom op de website van Amersfoort2014, dé lokale partij van Amersfoort.
Welkom op de website van Amersfoort2014, dé lokale partij van Amersfoort.

Invulling inlichtingenplicht door het college

stadhuis
De fracties van Amersfoort2014 en Lijst Molenkamp hebben zich de afgelopen jaren kritisch opgesteld in het dossier Westelijke Ontsluiting. Een belangrijke reden voor deze kritische opstelling is de gesloten houding van het college als het gaat om de informatieverschaffing aan de Raad.

Een gezamenlijk punt van de fracties is het gebrek aan openheid als het gaat om de gebruikte input in de verkeersmodellen welke ten grondslag liggen aan het besluit de Westelijke Ontsluiting aan te leggen.
Van verschillende kanten is ons middels professionele onderbouwing vanuit bewoners aangegeven dat er een groot vermoeden bestaat dat het verkeersmodel van de gemeente onjuiste input bevat en daarmee foutieve resultaten genereert. Als raadslid hebben wij de taak te controleren of dergelijke serieuze beweringen waar zijn. Het gaat hier om een groot project met grote impact op de natuur en ecologie in het gebied. In vele schriftelijke vragen is door ons om informatie gevraagd om deze vermoedens te kunnen staven. Informatie die vaak met grote vertraging of onvolledig werd verschaft, informatie bevatte waar niet om gevraagd werd, of informatie niet gegeven werd omdat “die niet te geven was” door tal van oorzaken. Een frustrerend proces waar de fracties veel tijd in hebben moeten steken.

Tot op heden wordt nog steeds informatie achtergehouden voor de raad. Dieptepunt is tot nu toe het collegebericht 2020-086 van 29 mei 2020. In dit collegebericht legt het college de inlichtingenplicht die zij heeft ten opzichte van de raad naast zich neer. Een inlichtingenplicht zoals die staat verankerd in artikelen 125 van de Grondwet en 169 van de Gemeentewet. Een grove schending van de rechten van raadsleden, en een schending die het functioneren van de gemeenteraad als geheel aangaat. De ontstane situatie heeft niet enkel betrekking op het dossier Westelijke Ontsluiting. Het heeft nadrukkelijk betrekking op het werk van de raad als geheel en haar taak als controlerend orgaan van het college. Wij gaan hier niet mee akkoord en hebben daarom vragen aan het college gesteld over deze bizarre gang van zaken.

De kernvragen die wij aan het college en de gemeenteraad stellen:
  • Mogen wethouders artikel 125 van de grondwet en artikel 169 van de gemeentewet overtreden?
  • Kan een wethouder bepalen welke vragen een raadslid wel en niet mag stellen?
  • Mag een wethouder bepalen welke informatie wel en niet gegeven wordt aan een raadslid?
  • Mag een wethouder een raadslid onvolledig informeren?


Toelichting
Via collegebericht 2020-086 van 29 mei 2020 zijn vragen van de fracties Amersfoort 2014 en Lijst Molenkamp beantwoord. De beantwoording roept een aantal vervolgvragen op, in het bijzonder over hoe het college om gaat met de

inlichtingenplicht richting de raad.
Inlichtingenplicht van het college De gemeenteraad heeft de eindverantwoordelijkheid over het gevoerde bestuur, wat tot uitdrukking is gebracht in het grondwettelijk begrip «hoofd van de gemeente». Eén van de basispijlers is daarom dat het college verantwoording schuldig is over het gevoerde bestuur aan de raad. De raad moet het college controleren en het college heeft een inlichtingenplicht ten opzichte van de raad. Dit staat verankerd in artikelen 125 van de Grondwet en 169 van de Gemeentewet.

Voorwaarde voor de uitoefening van een goede controle is dat raadsleden tijdig en volledig worden geïnformeerd door het college en de burgemeester. In artikel 169 is daarom het recht van individuele raadsleden geregeld om inlichtingen te vragen, alsmede de verplichting van het college de gevraagde inlichtingen aan de raad te verstrekken. De raad of de leden van de raad maken daarbij zelf de afweging welke informatie zij nodig hebben, het is niet aan het college om te bepalen welke informatie relevant is.
 
Het recht op inlichtingen op grond van de artikel 169 Gemeentewet gaat uitdrukkelijk verder dan het recht op informatie op grond van de Wet openbaarheid (Wob) van bestuur. Daarin heeft de wetgever blijkens de toelichting op de Gemeentewet een expliciete keuze gemaakt. In geen geval kan derhalve informatie worden geweigerd die op grond van de Wob openbaar zou zijn. Ook kan geen informatie worden geweigerd op grond van de Wob als een beroep wordt gedaan op artikel 169 van de Gemeentewet. Het college heeft, indien nodig, altijd de mogelijkheid om informatie geheim aan de raad te verstrekken.
 
In de wet is geregeld dat gevraagde inlichtingen alleen mogen worden geweigerd indien het verstrekken daarvan in strijd is met het openbaar belang. Het uitgangspunt bij de beantwoording van de vraag of in een bepaald geval gevraagde inlichtingen met een beroep op het openbaar belang moeten worden geweigerd, dient te zijn dat slechts indien zeer zwaarwegende belangen in het geding zijn niet voldaan behoeft te worden aan de plicht de raad, het hoogste algemeen vertegenwoordigende orgaan in de gemeente, te informeren.1 Indien het college van oordeel is dat bepaalde inlichtingen moeten worden geweigerd, dient daarvoor nadrukkelijk een beroep op de uitzonderingsgrond «strijd met het openbaar belang» te worden gedaan. De raad zal vervolgens moeten beoordelen of hij dit beroep aanvaardt.
 
Door op grond van de Wob van bestuur de gevraagde informatie te weigeren of te bepalen welke informatie al dan niet relevant is, handelt het college in strijd met de Gemeentewet. Zij ontzegt daarmee de raad een fundamenteel recht dat ieder raadslid aangaat. Het college maakt het daarmee voor de raad onmogelijk om zijn controlerende functie uit te oefenen en invulling te kunnen geven aan de grondwettelijke en gemeenterechtelijke kern van het gemeentelijke stelsel: het kunnen nemen van de eindverantwoordelijkheid over het door de gemeente gevoerde bestuur.
 
Verkeerde uitleg van de Wet openbaarheid van bestuur
Op pagina 5 van het college bericht onder beantwoording van vraag 1 schrijft het college: “Een door u gevraagd bestand, met daarin de (ruwe) input voor het verkeersmodel in een voor u leesbaar format, is helaas niet met een druk op de knop te reproduceren en zou specifiek voor u opgesteld moeten worden. Hier is geen sprake van het creëren van nieuwe gegevens door berekening of van het door middel van eenvoudige ordening of printen van gegevens die reeds voorhanden zijn. Hiermee valt uw vraag buiten de scope van de Wob die handelt over reeds beschikbare informatie.”
 
Deze zin is (met enige redactie) afkomstig uit een standaardoverweging van de Afdeling van de Raad van State. Bij deze overweging van de Afdeling staat centraal de vraag of sprake is van creëren van nieuwe gegevens. Als dat het geval is, valt dat buiten het bereik van de Wob. Alleen bestaande gegevens kunnen met een beroep op de Wob worden opgevraagd.
 
De Afdeling overweegt namelijk in een voorbeeld uitspraak uit 2019: “Volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling (onder meer de uitspraak van 15 februari 2017, ECLI:NL:RVS:2017:414), zijn elektronisch vastgelegde gegevens documenten in de zin van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wob, waarop artikel 3 van de Wob van toepassing is. Zoals de Afdeling heeft overwogen in haar uitspraak van 14 december 2016, ECLI:NL:RVS:2016:3297, bevat de Wob geen  verplichting om gegevens te vervaardigen die niet in bestaande documenten zijn neergelegd, ongeacht de mate van inspanning. Dat de gegevens, zoals het college heeft toegelicht, niet met een enkele druk op de knop of een schermafdruk kunnen worden verstrekt, maakt niet dat sprake is van het vervaardigen van een document. Er is immers geen sprake van het creëren van nieuwe gegevens door berekening, maar van het door middel van eenvoudige ordening printen - of in dit geval opslaan - van gegevens die voorhanden zijn. Voor zover er PRIS-gegevens zijn opgeslagen dan wel anderszins voorhanden zijn, zoals de hierna genoemde PRIS-prints, zijn die gegevens documenten in de zin van artikel 1, aanhef en onder a, van de Wob. Anders dan het college is de Afdeling van oordeel dat de ten tijde van het indienen van het Wob-verzoek voorhanden zijnde PRIS-gegevens - nu die gegevens expliciet in het Wob-verzoek worden genoemd - onder de reikwijdte van het Wob-verzoek dienen te worden geschaard.”

Het college geeft zelf aan dat géén sprake is van vervaardiging van nieuwe gegevens. Het college haalt zelf (zonder verwijzing) een standaardoverweging van de Afdeling aan waaruit volgt dat de gevraagde informatie juist wèl onder de Wob valt. De gegevens zijn immers voorhanden in een dataset. Er wordt niet om nieuwe berekeningen gevraagd, maar om het ordenen en printen van gegevens die reeds voorhanden zijn. Dat het enige moeite kost om de voor handen zijnde gegevens goed te ordenen en te printen is voor de Afdeling geen reden om te moeten stellen dat de Wob niet van toepassing is. Niet nodig is dat dit met één druk op de knop kan worden bewerkstelligd.

Het college wordt verzocht de volgende vragen schriftelijk te beantwoorden:

Recht op inlichtingen
Uit onze toelichting volgt dat de raad recht heeft op inlichtingen op grond van de Gemeentewet en dat dit recht verder gaat dan het recht op openbaarmaking van informatie op grond van de Wet openbaarheid van bestuur.

Vraag 1
Is het college het met ons eens dat het college en elk van zijn leden afzonderlijk aan de raad verantwoording schuldig zijn over het door het college gevoerde bestuur? Zo nee, waarom niet?
 
Vraag 2
Is het college het met ons eens dat de raad daartoe op grond van artikel 169 van de Gemeentewet recht heeft op inlichtingen van het college wanneer een of meer raadsleden daarom vragen, tenzij het openbaar belang zich daartegen verzet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3
Is het college het met ons eens dat de raad zelf bepaalt welke inlichtingen hij nodig heeft voor de uitvoering van zijn taak?

Vraag 4
Als het college weigert om de gevraagde informatie te geven, is het college het dan met ons eens dat het college moet aangeven dat en waarom het openbaar belang zich daartegen verzet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5
Is het college het met ons eens dat het uiteindelijke oordeel of sprake is van een openbaar belang, door de raad wordt geveld?

Vraag 6
Kan het college aangeven waarom in antwoord op vraag 1 op pagina 5 van het collegebericht op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) de gevraagde informatie niet wordt gegeven, desnoods onder geheimhouding, terwijl met een beroep op artikel 169 van de Gemeentewet om de informatie wordt gevraagd en dit als zodanig ook op pagina 4 wordt onderkend door het college?

Vraag 7
Deelt het college ons standpunt dat in antwoord op vraag 1 op pagina 5 van het collegebericht een verkeerd kader is gebruikt, namelijk het kader van de Wob en niet het kader van artikel 169 Gemeentewet? Zo nee, waarom niet?

Vraag 8
Daargelaten dat ons standpunt is dat het college op grond van de Gemeentewet een inlichtingenplicht heeft en het kader van de Wob daardoor niet gebruikt dient te worden (behalve voor de afweging of geheimhouding moet wordenopgelegd). Is het college het met ons eens dat uit de standaardoverweging van de Afdeling van de Raad van State, zoals aangehaald op pagina 5 van het Collegebericht, volgt dat de gevraagde informatie wel onder het bereik van de Wob valt? Er wordt immers gevraagd om informatie die digitaal reeds voorhanden is en via eenvoudige ordening beschikbaar gesteld kan worden. Zo nee, waarom niet?
 
Vraag 9
Kan het college aangeven of de raad op grond van artikel 169, derde lid, van de Gemeentewet alsnog de gevraagde gegevens krijgt zoals genoemd in vraag 1 op pagina 5 van het collegebericht, desnoods onder geheimhouding? Zo nee, waarom niet? Gegevens niet te verkrijgen In antwoord op vraag 4 op pagina 6 en vraag 8 op pagina 14 van het collegebericht geeft het college aan dat de berekeningen niet kunnen worden verstrekt vanwege intellectueel eigendom van de fabrikant.
 
Vraag 10
Bedoelt het college met de stelling dat verkrijging van de gegevens niet mogelijk is, dat het college deze gegevens zelf ook niet kan verkrijgen?

Vraag 11
Als het antwoord op vraag 9 ja is, betekent dit dat het college zelf ook geen kennis heeft genomen van de berekeningen en dat deze berekeningen ook niet (door ambtenaren) kunnen worden geverifieerd?  Als dit het geval is, op welke manier heeft het college zich er dan van vergewist dat sprake is van deugdelijke berekeningen en dat de gehanteerde prognoses op grond waarvan besluitvorming heeft plaatsgevonden kloppen? En als op enig moment twijfel ontstaat over de gehanteerde berekeningen en prognoses, op welke wijze kan het college zich er dan van vergewissen dat sprake is van deugdelijke berekeningen en prognoses?
 
Vraag 12
Als het antwoord op vraag 9 nee is, waarom kan de raad met een beroep op artikel 169, derde lid, van de Gemeentewet de gegevens dan niet krijgen, desnoods onder geheimhouding? Welk openbaar belang is daarmee geschaad?
 
Gegevens  leveren geen bijdrage of zijn niet aanwezig
Het college antwoordt op pagina 8 van het collegebericht: “De door u gestelde vragen hebben een hoog detailniveau. Het college wijst er op dat veel van deze details geen bijdrage leveren in het aantonen van de nut en noodzaak van de Westelijke ontsluiting. Veel details zijn onder andere op verzoek van de participatiegroep uitgezocht. Deze gegevens hebben hun nut gehad tijdens de overleggen met de participatiegroep. Daarom zijn van een aantal onderdelen alleen de resultaten bewaard en niet alle onderliggende berekeningen.”
 
Vraag 13
Is het college het met ons eens dat de raad zelf bepaalt welke informatie hij relevant acht om het door het college gevoerde bestuur te controleren?

Vraag 14
Kan het college aangeven of op de berekeningen die niet langer beschikbaar of reproduceerbaar zijn, onder andere door obsolete software, een bewaarplicht rust op grond van de Archiefwet of andere regelgeving?

Vraag 15
Kan het college aangeven of de aannames die ten grondslag liggen aan besluitvorming van de gemeente door het ontbreken van de berekeningen nog wel navolgbaar en verifieerbaar zijn als de resultaten in het verkeersmodel niet gecheckt kunnen worden vanwege het ontbreken van de berekeningen? Zo nee, op welke wijze kan het college dan verantwoording afleggen tegenover de raad?
 
Vraag 16
Kan het college aangeven, als nu of in de toekomst twijfel rijst over de juistheid van de berekeningen en het verkeersmodel, hoe hij voornemens is om zonder de beschikbaarheid van de berekeningen de uitkomsten en conclusies te kunnen laten checken of verifiëren?
 
Vraag 17
Op pagina 8 geeft u aan: “Daarnaast vraagt u ook om resultaten van berekeningen die niet uitgevoerd zijn; dat is een verzoek om informatie die niet bestaat.” Kan het college aangeven welke openbaar belang zich verzet tegen het op verzoek uit de raad uitvoeren van deze berekeningen?
 
Menno Fousert
menno fousertsieta koet minismaaike varwijkthomas van der eerdenjan gerritsjanschris bruijnes
menno fousertsieta koet minismaaike varwijkthomas van der eerdenjan gerritsjanschris bruijnes

Amersfoort2014 zet zich sinds 2014 in voor een betere gemeente Amersfoort. Een gemeente waarin meer naar de inwoners wordt geluisterd. Een gemeente waarin meer logische samenhang zit in de plannen en waar weloverwogen met gemeenschapsgeld wordt omgegaan.

Amersfoort2014 wil een overheid die zich dienstbaar opstelt. Politiek die werkt voor de inwoners, de wijken, de stad en de dorpen. Met meer ruimte voor openheid, openbaarheid en vroegtijdige inspraak. Het gesprek voeren over wat we willen met Amersfoort maar ook steeds aandacht houden voor hoe we dat samen gaan bereiken.

  • Jeugd en Onderwijs op 1!
    We willen met de jeugd bouwen aan de toekomst van onze gemeente. Daarom willen we onder andere werken aan een gezond schoolklimaat, wijkgerichte jeugdzorg, aanpak van de jeugdwerkloosheid, investering in MBO en HBO en jongerenhuisvesting. We gaan de jeugd uitnodigen om (vaker) mee te denken over de opgaven van de gemeente onder andere via jongerenradenWe nemen de jeugd en ouderen als uitgangspunt bij het inrichten van onze straten en buurten.
     
     
     
     
  • Betaalbaar wonen
    Iedereen in Amersfoort heeft recht op een betaalbare woning. Het opkopen van sociale huurwoningen door investeerders moet stoppen. Elke wijk heeft straks een wijkwoonplan met inbreng van bewoners met meer woningen voor starters en ouderen. Bouwen en renoveren doen we zo duurzaam mogelijk.
     

     
     
     
     
  • Zorgvuldig omgaan met ruimte
    Ontwikkeling van ruimte in de stad moet niet bestaan uit ‘postzegelprojecten’, maar breed worden opgepakt met oog voor de leefbaarheid. De ontwikkelingen langs ‘Eem en Spoor’, de Stadsring en de Nieuwe Poort moeten in betere samenhang gebeuren met intensieve inbreng van bestaande bewoners. Bovenduist is de laatste grote stadsuitbreiding en we zijn tegen woningbouw in Hoogland-West. Hoogbouw (meer dan zes verdiepingen) enkel als het past en er draagvlak is bij bewoners.
     
     
     
     
  • Duurzaamheid

    We vinden dat verduurzamen zowel moet gaan over vandaag als over morgen. We werken met urgentie aan meer groen, biodiversiteit, gezondere lucht voor Amersfoorters, beweegvriendelijkere openbare ruimte, meer ruimte voor mensen en aandacht voor een toekomstbestendige balans tussen mens en natuur.

    We willen ons initiatief het “Deelakkoord Duurzaamheid” voortzetten. Verbranden van houtige biomassa gaan we tegen en we gaan op zoek naar betere oplossingen, zoals geothermie. We zetten in op meer aandacht voor woningverbetering. Dit bestrijdt ook direct de energiearmoede. Zonnepanelen zien we op de daken en niet in natuur of het groene landschap. We staan kritisch ten opzichte van het plaatsen van grote windmolens in onze dichtbevolkte gemeente. Duurzame en actieve mobiliteit vinden we belangrijk vanuit duurzaamheids,- en gezondheidsperspectief en is onderdeel van de wijkplannen.

    Lees ook ons gehele verkiezingsprogramma

  • Groen
    We willen een toename in groen en biodiversiteit en daarom extra budget vrijmaken. Bewoners doen zelf actief mee aan de groene inrichting van hun straten, wijken en parken. We denken dan met name aan stadspark Randenbroek, Over de Laak, park Schothorst (niet bouwen!) maar ook aan versteende plekken in de stad en ruimte voor experiment op straatniveau. We willen vanzelfsprekend stoppen met het hoofdpijndossier ‘de Westelijke Ontsluiting’, waardoor duizenden bomen gespaard kunnen worden.
     
     
     
     
  • Een sociaal en gezond Amersfoort
    We blijven de wijkteams inzetten om mensen een menswaardig en zelfstandig bestaan te bieden. Meer samenwerking tussen instanties vinden we nodig. Het geld dat bestemd is voor jeugdzorg moet ook echt daaraan besteed worden. Dit moet niet gebruikt worden om financiële gaten bij de gemeente te dichten, zoals dat de afgelopen periode gebeurde. Via bijvoorbeeld de scholen wordt goede voorlichting gegeven over verslavingsziekten.
     

     
     
     
  • Oud worden in Amersfoort
    We gaan kennis en ervaring van ouderen beter benutten door hen actief op te zoeken. Ouderen hebben recht op goede thuiszorg en moeten zo lang mogelijk zelfstandig betaalbaar kunnen blijven wonen. Ook zetten we in op het actief verbinden van jong en oud(er).
     
     

     
     
     
  • Sporten en bewegen
    Om Amersfoort als sportstad op peil te houden investeren we in de sportverenigingen en maken we accommodaties beter toegankelijk voor mensen met een beperking. Meer sportvoorzieningen in de openbare ruimte van wijken stimuleert meer bewegen. Het Bosbad en zwembad Hoogland moeten vernieuwd worden.
     
     
     
     
     
  • Mobiliteit
    De aanbesteding Westelijke Ontsluiting moet gestopt worden: dit is geld- en natuurverspilling! We willen een integrale kijk op de openbare ruimte en verkeer is daar een onderdeel van. 30Km/uur is wat ons betreft de norm binnen de bebouwde kom en we willen meer ruimte in onze straten voor spelen, groen, ontmoeten en kwetsbare verkeersdeelnemers. Ook streven we naar meer ruimte voor fietsers en voetgangers.
     
     
     
     
     
  • Veiligheid
    Veiligheidsmaatregelen worden opgenomen in de wijkplannen en het maandelijks wijkberaad met de gemeente. Criminaliteit moet hard aangepakt worden met een lik-op-stukbeleid. In de wijken vinden we dat een veilige en schone leefomgeving extra aandacht verdienen.
     
     
     
     
     
     
  • Kunst en Cultuur
    We willen meer investeren in (werk-)ruimte voor kunst en cultuur. Initiatieven in de wijk verdienen ondersteuning en de koppeling met onderwijs is daarbij belangrijk. Het amfitheater Emiclaer kan in ere worden hersteld en de mogelijkheid voor een cultuurcentrum moet worden onderzocht.
     

     
     
     
     
  • Bestuurscultuur
    Hoe bedrijven we politiek en komen we samen met bewoners tot besluiten en een beter Amersfoort?  Dit is een vraag die we steeds stellen en willen we echt anders zien de komende jaren. Amersfoort2014 strijdt al jaren tegen de huidige gesloten bestuurscultuur. Deze cultuur heeft kenmerken als, geheimhouding, machtspolitiek, beslissen voor bewoners i.p.v. met bewoners, het achterhouden van informatie en de slechte beantwoording van vragen. Bewoners moeten vanaf het prille begin bij plannen betrokken worden. Meer dualisme en debat in de gemeenteraad is nodig.
     
     
     
     
  • Omgaan met uw belastinggeld

    Megalomane plannen, zoals een nieuw stadhuis voor voorlopig 108 miljoen euro, zijn de bijl aan de wortel van goed en verantwoord omgaan met het geld van de Amersfoorters. We willen geen lastenverzwaring voor onze inwoners, we streven naar betaalbare basisvoorzieningen. 





    Lees ook ons gehele verkiezingsprogramma

schrvragen
motie
verkiezingsprgr
departij
A2014 Logo 6393x1200
mail.pngfacebook.pnginstagramyoutube.pngtwitter.png
mail.pngfacebook.pnginstagramyoutube.pngtwitter.png