Met name het gebrek aan beleid en visie op het inhuren van externen is voor Amersfoort2014 onacceptabel. Ook is het aantal ingehuurde medewerkers flink toegekomen in de periode van 2013 (94 fte) tot 2017 (200 fte)!
Amersfoort2014 is het al jaren een doorn in het oog dat sommige extern ingehuurde medewerkers vele jaren verbonden blijven aan de gemeente met flinke uurtarieven. Dat zorgt voor flinke meerkosten en ook nog eens een groot verlies aan expertise bij vertrek. Het gebrek aan expertise bij de gemeente Amersfoort wreekt zich de laatste jaren in de controle op de uitvoering van werkzaamheden, waardoor steeds meer financiële problemen kunnen ontstaan ( Eemhuis, financieel toezicht provincie, Fluor, tijdelijke onderwijshuisvesting)
Inmiddels blijkt uit Raadsinformatiebrief 2017-155 dat de gemeente Amersfoort zelf heeft ontdekt dat er sinds 1 juli 2016 formele rechtmatigheidsfouten zijn gemaakt bij de inhuur van externen.
Vanaf 1 juli 2016 geldt voor vrijwel alle externe inhuur boven de aanbestedingsdrempel van € 209.000 ( en vanaf 2018 is dat € 221.000) dat deze Europees moet worden aanbesteed. Deze nieuwe wet- en regelgeving was al vele jaren eerder dan 2016 aangekondigd en blijkbaar heeft de organisatie zich daar niet goed en tijdig op voorbereid. Deze onrechtmatigheid kan volgens de accountant voor 2016, 2017 en 2018 zelfs leiden tot claims of boetes. Inmiddels heeft de gemeente ‘in beginsel’ alle langlopende inhuur die boven de Europese aanbestedingsgrens zat per 1 januari 2018 beëindigd. In enkele gevallen zijn de contracten wel gecontinueerd.
Vraag 1:
De invoering van nieuwe Europese wet- en regelgeving omtrent de inhuur van externen per 1 juli 2016 was al vele jaren eerder bekend. De gemeente Amersfoort heeft genoeg tijd gehad om zich voor te bereiden op de nieuwe situatie. Wat is de oorzaak van het feit dat de gemeente zich niet tijdig en goed heeft voorbereid op de invoering van de nieuwe wet- en regelgeving in 2016? Wie is verantwoordelijk voor deze omissie? Welke maatregelen neemt het College om de ambtelijke organisatie bewust te laten worden dat nieuwe wet- en regelgeving op alle terreinen goed en tijdig voorbereid moet worden, zodat dit soort situaties zich niet opnieuw zullen voordoen?
Vraag 2:
Welke kosten zijn gemoeid met de aanschaf van het systeem DAS (Dynamisch Aankoop Systeem) om dit aanbestedingsproces beter te laten verlopen ( aanschaf-scholing-invoering)? Is de geplande invoeringsdatum van april 2018 nog steeds haalbaar? Zo nee; waarom niet?
Vraag 3:
“In beginsel” heeft de gemeente alle langlopende inhuur die boven de Europese aanbestedingsgrens zat of dreigde uit te komen per 1-1-2018 beëindigd. Amersfoort2014 ontvangt graag een overzicht van het aantal beëindigde contracten van externen per 1-1-2018, de contractperiode , de hoogte van de bijbehorende loonkosten gedurende de contractperiode en de geconstateerde of dreigende onrechtmatigheid (= overschrijding van de drempelbedragen uit 2016 en 2017).
Vraag 4:
Uit RIB 2017-155: In enkele gevallen heeft de gemeente vanwege bedrijfscontinuïteit besloten deze contracten niet te beëindigen. Het betreft dan contracten die in principe onrechtmatig zijn afgesloten. Amersfoort2014 ontvangt graag een overzicht van het aantal niet beëindigde contracten van externen per 1-1-2018, de geplande contractperiode , de hoogte van de bijbehorende loonkosten gedurende de contractperiode en de geconstateerde of dreigende onrechtmatigheid (= overschrijding van de drempelbedragen uit 2016 en 2017).
Vraag 5:
Welke ( financiële ) risico’s neemt de gemeente door de in vraag 4 aangegeven contracten niet te beëindigen? Vindt het College deze risico’s verantwoord en waar is dat op gebaseerd?
Vraag 6:
Tot op heden was het College, ondanks het herhaalde verzoek van Amersfoort2014, niet bereid om beleid ( met streefcijfers) op te stellen en aan de gemeenteraad voor te leggen inzake de inhuur van externe medewerkers (in relatie tot de regiewijze die de gemeente Amersfoort hanteert :de flexibele schil). Amersfoort2014 ziet de nu geconstateerde onrechtmatigheden mede als gevolg van het ontbreken van een beleidsmatige aanpak op dit terrein. Is het College het eens met deze opvatting? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat het College zetten om een beleid te ontwikkelen?